Oosterbroek-Dutschun, Annie-De Kruishoeve

De dorpsbewoners vinden de donkerogige Felia van De Kruishoeve, in het gelijknamige boek van Annie Oosterbroek-Dutschun, maar veel te wuft. 
Nee, niemand van de gedegen boerinnen zou haar als schoondochter willen hebben. Alhoewel het wel tijd werd dat ze eens een jonger boer mee naar huis nam. Ze konden het wek daar op de hoeve steeds minder aan. Ze hoefden zich ook niet ongerust te maken, want Felia keek niet naar de jongens uit de dorp. Daar was ze veel te trots voor. Ook wilde Felia niet dat iemand haar geheim zou weten: haar steeds verslechterende gezichtsvermogen. Zal dit de laatste zomer worden dat ze nog kan zien?
Juist in deze zomer komt hun verre neef Huib Pauwels op bezoek. Hij is op reis met zijn zoontje Andy die herstellende is van kinderverlamming. Felia is helemaal niet blij met het bezoek en laat dit Huis duidelijk merken. Maar tegen de charmes van de kleine Andy kan ze niet op en langzaam gaat ze genieten van hun beider aanwezigheid. Zal Felia blijven vechten tegen haar liefde voor Huib, tegen zichzelf, haar levenslust en verlatingsangst?